Aanvankelijk was hier een kroeg en bierbrouwerij ‘De Witte Leeuw’ gevestigd. In 1772 kocht de Doopsgezinde Gemeente het om een schuilkerk te bouwen. De voorgevel en het interieur werden ingrijpend verbouwd. Net als de katholieken mochten de doopsgezinden hun geloof niet openlijk belijden. Aan de grachtzijde is daarom de suggestie van een statig grachtenhuis gewekt in classicistische Lodewijk XVI-stijl.
