Na de Reformatie verbood het Utrechtse stadsbestuur in 1580 de openlijke viering van de katholieke mis. De katholieken kwamen bijeen in schuilkerken. De mooiste 17e-eeuwse schuilkerk van Nederland was de Gertrudiskapel (ingang naast kathedraal). Tussen 1912 en 1914 werd naast de kapel een grotere kerk gebouwd, die nu de zetel is van de oudkatholieke aartsbisschop en daarom als kathedraal geldt. Architect E.G. Wentink ontwierp het gebouw in een sobere neo-romaanse stijl, waarbij, net als bij de meer gangbare neogotiek, werd teruggegrepen op de middeleeuwse kerkarchitectuur. Het interieur is rijk gedecoreerd.
